maandag 31 maart 2014

Stadsgroente: Drie keer wassen

Zelf sla of groenten kweken op je balkon of tuintje in de stad is een helemaal in. Mooi slowfood, dichtbij de natuur, lekker bij de hand. Maar of het ook gezonder is? Was het minstens drie keer met iedere keer nieuw schoon water. Al het fijnstof van auto's, bussen en industrie bevuilen jouw mooie groenten. Gelukkig trekt het niet in de groenten, maar kleeft het lood en andere fijne schadelijke deeltjes zich vast aan de buitenkant. Drie keer wassen en je bent thuis

Vandaag toch maar groenten van buiten gehaald, voor een mooie luchtige salade van venkel en zeekraal. Past goed bij het mooi weer en lekker met stevig brood en boter met zeezout. Maar het past ook heel goed bij een (gebakken) visje.

zeekraalsalade
1 ons zeekraal
rode ui
1 kleine venkel
rucola
half handje peterselie
1 tl Dijon mosterd
1 el sherryazijn
drupje citroen
beetje basterdsuiker
zout en peper
4 el goede olijfolie

Verwijder evt. harde stukjes van de zeekraal; die zie je zo zitten: die zijn iets bruin van kleur. Blancheer de zeekraal kort in ruim kokend water, ze moeten knapperig blijven. Spoel koud onder de kraan en laat ze goed uitlekken. Meng de zeekraal met flinterdun geschaafde venkel, flink wat rucola, in dunne schijfjes gesneden rode uit, gehakte peterselie. Maak een dressing van azijn, citroensap, olijfolie, mosterd, zout en peper en bruine suiker. Proef of het goed smaakt. Meng de dressing met de salade en garneer het ruim met peterselie. 

zaterdag 22 maart 2014

Redding aan het einde van Terschelling




Voorbij Heart Break Hotel begint het grote niets, alleen nog zee, zand, slenken, een paar hongerige vogels en jij..... en na kilometers een drenkelingenhuisje waar je kan schuilen tegen storm en water.

Het eerste reddingshuisje werd neergezet na één van de grootste zeerampen op de Noordzee. De Boschplaat was nog een zelfstandig eiland (Bosch staat dan ook voor eiland); bootjes voeren in de geul tussen de plaat en Terschelling tot het steeds meer dichtslibde.

Het fregat Wilhemsburg zat vol  Duitse onwillige emigranten die door de kapitein in het vooronder werden opgesloten. Als ratten in de val kwamen bijna alle passagiers om toen het schip kapseisde in de zeer zware storm van de nacht van 3 op 4 december 1863. Het strand van de Boschplaat was bezaait met lijken. Slechts een handjevol mensen overleefden de ramp. De Terschellingers zagen het met afschuw aan en besloten dat drenkelingen aan die kant van het eiland een extra kans moesten krijgen. Ze bouwden een drenkelingenhuisje op de Boschplaat. Door de 'sjouw'', een soort bol, omhoog te hijsen kon de drenkeling aan de eilanders laten weten dat hij gered wilde worden.

Twee huisjes zijn ondertussen al gesneuveld door de zee, het zout en de wind. Nu is het een mooie bestemming voor de stoere eenzame toerist of een schuilplaats in de winter voor een eilander met een 4x4D, op jacht naar aangespoelde schoenen, hout, overhemden en schoonheid.

Wij hebben na jaren eindelijk het reddingshuisje gevonden en zelfs naar de vuurtoren van Ameland gezwaaid.
Volledig uitgehongerd terug, snel een lekker soepje in elkaar gezet.

Tomatensoep met ballen
2 ons rundergehakt
broodkruim/paneermeel
2 -3 tenen knoflook geperst
zout
zwarte peper
2 blikken gepelde tomaat
1 blikje tomatenpuree
paar verse ontvelde tomaten
2 sjalotjes fijn gesneden
1 el suiker
scheutje sherry
crème fraîche
geraspte belegen kaas
2 kippenbouillonblokjes
1,5- 2  liter water
meel
peterselie

Meng het gehakt met de helft van de knoflook, zout, peper en broodkruim en maak er kleine balletjes van. Wees niet te zuinig met het zout en de peper. Maak de verse tomaat en de tomaten uit blik klein. Maak bouillon van water en de bouillonbokjes. Bak de gesneden sjalotjes op een gemiddeld vuur goudkleurig in olijfolie en voeg de tomatenpuree, tomaten uit blik toe en laat het een paar minuten lekker sudderen.

Bind het met wat meel. Breng het mengsel op smaak met suiker en  veel gemalen zwarte peper. Voeg de bouillon toe. Laat het koken en voeg dan de gehaktballetjes en de verse tomatenstukjes toe. Breng het opnieuw aan de kook en laat en daarna op een zacht vuurtje een minuut of tien, vijftien pruttelen. Proef en breng het eventueel beter op smaak met zout, peper of suiker. Serveer de soep met een crème fraîche, geraspte kaas en wat peterselie. Lekker met wat stevig brood met zoute boter.

donderdag 20 maart 2014

Russisch ei

Eindelijk hebben de Russen hun eigen Riviera terug. De Krim is bij uitstek de plek waar Russen in hun eigen taal en gewoonten kunnen genieten van zon, zee en kiezelstrand. Een beetje Rus heeft daar recht op en tsaar Poetin regelt dat gewoon tussen de Olympische winterspelen door. Wat een peer.

Hopelijk weet hij nu een grens te trekken want het viert niet zo lekker vakantie als de Krim het achterland wordt van een oorlog. Het zont zo naar als de legervoertuigen het strand bevuilen.

Liever leunen we achterover in het weer iets grotere Rusland en schenken we een klein wodkaatje in en eten we Russische eieren. Oftewel kaviaar en niet dat kleffe slaatje dat we hier kennen. De Tartaren en de niet Russische Oekraïners mogen ondertussen in het zand happen met een smakelijk spiegelei van Jeremy Parnell.

Kaviaar op ei
4 eieren
witbrood
boter met zout
4 tl kaviaar

Kook de eieren halfzacht. Zet ze op met koud water. Nadat het water kookt haal je ze na 3,5 minuut uit het water (3 als je ze zacht wil). Rooster ondertussen wat witbrood zonder korstjes Pel de bovenkant er af en snij het kapje weg. Leg de kaviaar bovenop de gekookte eieren. Serveer het met schuin gesneden toast met zoute boter. Kaviaar vast inslaan wat je weet nooit of het door een economische boycot helemaal onbereikbaar wordt. ...

vrijdag 14 maart 2014

Oesters houden van windmolens

Platte oesters kun je nauwelijks meer vinden in de Noordzee. Alleen in Zeeland in het Grevelingenmeer en in de Oosterschelde zijn er nog oesterbanken. Maar er is hoop. Deze oester lijkt windmolenparken in zee een fijn vestigingsplek te vinden. De eersten zijn al gesignaleerd bij het windmolenpark IJmuiden.

Onderzoeksbureau Imares wil samen met een aantal andere partijen proberen de platte oesters in ere te herstellen door nieuwe oesterbanken voor platte oesters (belot) aan te leggen. Ze denken dat de bestaande en toekomstige windmolenparken aan onze kust het meest kansrijk zijn.


De platte oester is een hele andere soort dat de creuse, ook wel kromme oester genoemd. De platte is een klein prinsesje die niet snel groeit , zich moeizaam voortplant en snel bevattelijk is voor ziektes, maar wel heel smakelijk is en in vroegere tijden heel veel voor kwam. 
In de jaren zestig zijn ze hier bijna allemaal uitgestorven door ziekte en vervangen door de Japanse creuses, die sterk zijn, vlot groeien en zich graag voortplanten. Maar met een beetje geluk helpen de windmolens ons aan nieuwe voorraden platte. Tot die tijd eten we nog even creuses. Ook geen straf.

Oesters met een gelei van basilicum (vd Oestergirls)
12 creuses (niet te grote)
3 tomaten
2 fijngehakte blaadjes basilicum
zeer fijngehakte sjalotje
1/2 biologische citroen
1/4 vel gelatine
1 theelepels sherry-azijn
zout en peper
grof zeezout

Ontvel de tomaten en halveer ze. Verwijder de pitjes boven een kom zodat het sap bewaard blijft. Zeef het vocht. Snij de tomaten in blokjes. Schil de citroen. Blancheer het schilletje 30 seconden in koken water en snij het in stukjes.Week de gelatine in koud water.

Open de oesters, snij ze uit de schelp en bewaar het vocht. Doe het oestervocht in een pan met 4 cl van het tomatensap, de stukjes citroenschil en een paar druppels citroensap. Breng aan de kook. Knijp de gelatine uit en laat het oplossen in de saus. Peper en zout toevoegen en laten afkoelen.

Meng de tomaten met de basilicum, een paar druppels sherry-azijn, de sjalot en zout en peper. Schep de tomatensla in de schelpen, leg er een oester op en lepel er wat koude gelei over. Zet dit 10 minuten in de koelkast.Maak op 4 borden een bedje van zeezout en verdeel de gevulde oesters,

donderdag 13 maart 2014

Zalm naar zee rijden

Californië wil zalm een lift geven naar de zee. De zalm kan de zee zelf niet meer bereiken, omdat het al drie jaar nauwelijks regent. En de vissen die de tocht toch starten zijn zo sloom dat ze een makkelijke prooi zijn voor roofdieren

Zalmen beginnen hun leven in de rivier en zwemmen dan vrolijk naar het zilte nat, de zee. Na een tijdje komen ze dan weer terug om nieuwe zalmeitjes bovenaan de rivier te leggen en te bevruchten. Een avontuurlijke tocht, langs beren, grote roofvogels en rotsblokken, tegen de stroom op. Daar heb je kracht voor nodig en hard stromend water. Maar het water staat nu zo laag en is zo warm dat deze prachtige roofvissen de zee niet meer halen.

Dan moeten we ze maar brengen, met miljoenen tegelijk. Dat is het plan van natuurbeheerders in het gebied. Ze willen de zalmen opvangen bij een zijstroom van de Sacramento-rivier en dan met grote tankwagens afzetten bij de monding. De grote vraag is, weten ze dan nog de weg terug of moeten ze dan opnieuw een lift geven?

Voorlopig maar zuinig aan met de zalmconsumptie , alleen af en toe in een heel klein fijn hapje..

Gerookte zalm met Aziatische dressing
200 gram gerookte zalmhaasje (in kleine stukjes gesneden)
1 avocado
1/3 komkommer
verse koriander
2 kleine el basterdsuiker
2 kleine el l sojasaus (kikoman)
4 kleine el limoensap
rasp van 1 limoenen
1/2 Spaanse peper, van zaden ontdaan en in kleine schijfjes
1 el gembersiroop

Snij de avocado en komkommer in kleine blokjes. Verdeel de gerookte zalm over vier borden. Schep een bergje avocado en komkommer om de zalm

Meng de ingrediënten voor de dressing. Sprenkel de dressing over de zalm, avocado en komkommer. Garneer met  koriander.

zondag 9 maart 2014

Voorjaarszon nodigt uit tot improvisatie

Geluk zit in een warm zonnetje. Heerlijk lopen op het Noordzeestrand waar een kleine strandlopertje zich ver het strand op waagt; op zoek naar avontuur. Misschien wel naar de jutterman met zijn gele zuidwester van plastic op, terwijl de eerste peuter naar de waterkant dribbelt, harder, harder weg van zijn moeder recht het zoute water in. Kleine keffertjes dagen grote onverstoorbare honden uit en verliefde stelletjes zijgen neer bij een mooie zachte duin.

Naar huis gaat het niet zo hard; een kleine strandfile. Het deert ons niets. De zwanen van de KLM vliegen rakelings langs, terwijl de grote rode zon afscheid van ons neemt aan de horizon. Snel nog een stukje scharrelkipfilet gehaald. Rozig en hongerig maak ik een maaltje klaar van de restjes uit de koelkast. En wat blijkt, de improvisatie pakt beter uit dan het zorgvuldige voorbereide recept van vrijdag.

Kipfilet in  een jasje van spek met rode biet, roodlof en geitenkaas
Kipfilet (125 gram pp)
ontbijtspek (4-6 plakjes per filet)
rode biet (2 pp)
roodlof (2 pp)
8 el granaatappelsapsiroop (biologische winkel/Turkse winkel) of een ander siroop van bv cranberry
6 el notenolie
zachte geitenkaas
peper en zout

Verwarm de oven voor op 175 °C. Verpak de bieten afzonderlijk in aluminiumfolie en pof ze in circa een uur gaar in de oven. Laat de bieten tot handwarm afkoelen in het aluminiumfolie en pel daarna de schil er af. Snijd de bieten in parten. Maak er een paar extra, je kan ze later in de week zo opnieuw gebruiken. Bestrooi de kipfilet met peper en een beetje zout. Omwikkel het spek om de kipfilet. Zet het spek, indien nodig, met cocktailprikkers vast .

Bak de kip rondom bruin op een redelijk hoog vuur. Draai daarna het vuur lager en braadt de kip in ruim 10 minuten gaar. Verwarm een grillpan voor. Halveer de roodlof in de lengte en bestrijk met olijfolie. Gril de roodlof op de platte kant tot de roodlof goudbruin gestreept is.

Verwarm intussen een scheutje olijfolie in een antiaanbakpan, rooster de bietjes tot ze licht kleuren, schenk er granaatappelsiroop bij en karamelliseer ze op middelhoog vuur tot de siroop om de bietjes gaat zitten.

Haal de bietjes uit de siroop en leg ze op een mooie schaal. Voeg aan de achtergebleven siroop notenolie toe en kook het een beetje in.

Verdeel wat kruimige geitenkaas over de bietjes en dan wat van de zoete saus. Leg de gegrilde lof naast de biet. Lekker met goed brood of rösti.

donderdag 6 maart 2014

Vliegende Spaghetti Monster geweerd op universiteit

Het was een grapje maar ze kunnen er in Londen niet om lachen. Ze hebben een poster weggehaald met daarop het beroemde beeld van Michelango 'De schepping van Adam' waarbij God is vervangen door het Vliegende Spaghetti Monster.

Er bestaat een echte kerk rond het Vliegende Spaghetti Monster. Ontstaan in 2005 als god van het pastafarianisme. De gelovigen wijzen het creationisme en intelligent design af. Als dat de waarheid is, is het Vliegende Spaghetti Monster ook waar. Ik heb er vast een Eva bij gecreëerd.

En dan ga ik me vervolgens tot mijn keukengod wenden en maak met goddelijke inspiratie een heerlijk spaghetti klaar, waar je gelovig van zou worden....

Artisjoktaartje met spaghetti en courgettesalade
4 plakjes bladerdeeg (+ 4  taartvormpjes)
200 gram artisjokken uit blik (niet op azijn)/verse bodems ook goed
3 eieren
3 dl slagroom (2 dl voor de saus)
1 teen knoflook
50 gram cashewnoten
1 dl witte wijn
100 gram gorgonzola
400 gram spaghetti of tagliatelle
4 sjalotten
1 courgette
1 takje rozemarijn
1 citroen
peper en zout
olijfolie

Beleg de taartvormpjes met bladerdeeg. Artisjokken laten uitlekken, droog deppen en in vieren delen. Hak de cashewnoten grof.

Was de courgette en snijd hem in de lengte door midden en dan in dunne plakjes. Snij de sjalotten in dunne ringen en vermen ze met de courgette in een kom. Maak de rozemarijn fijn en meng het met het sap van de citroen, de olie en peper en zout. Giet dit op het courgette-sjalottenmengsel en laat het afgedekt minimaal een half uur op een kamertemperatuur staan.

Verwarm de oven op 240 ˚C. Verdeel de artisjokharten en de gehakte cashewnoten over de taartvormpjes. Klop de eieren los met de slagroom, de knoflook (uitgeknepen) en wat peper en zout. Giet dit slagroommengsel in de taartjes. Zet ze 20 tot 25 minuten in het midden van de oven. Zet ondertussen een pan water op met zout en als het water kook gaat de pasta erin.

Doe de witte wijn en de slagroom in een pannetje en laat de gorgonzola hierin smelten. Blijf goed roeren terwijl de saus indikt.

Serveer het taartje bovenop de tagliatelle en de saus

dinsdag 4 maart 2014

Feest met coquille en champagne

Terug van weg geweest. Zilte Zee is weer helemaal terug. Na een ingewikkelde domeinkwestie waar je de finesses niet van wilt weten, kan het voorjaar, de zomer op dit blog beginnen. Feest! En daar hoort een sprankelend, zeëig recept bij. Op naar de markt en op de weg naar huis een ijsje bij het net weer geopende Roberto.

Coquilles met champagnesaus
2- 3 grote coquilles per persoon
2 plakje Parmaham
1/2 gesnipperd sjalotje
200 gram gemengde paddestoelen
10 cl champagne/prosecco
5 cl gevogeltefond
10 cl  room,
kervel
bieslook
peper
zeezout
bakpapier

Verwarm de over voor op 180 graden. Leg de ham tussen bakpapier en droog het in een minuut of 15. Als het knapperig is, is het goed. Snij de paddestoelen in plakjes en bak ze in wat olijfolie met het gesnipperde sjalotje. Voeg de champagne  toe aan en laat  het vocht voor de helft reduceren. Vervolgens de gevoltefond en reduceer het weer tot de helft.

Dep de coquilles droog. Bak intussen de coquilles kort aan beide kanten (1,5/2 minuten per kant). De binnenkant moet nog rauw zijn
Neem de champignons uit de saus en verdeel die over vier diepe borden. Leg er twee/drie coquilles op. Voeg aan de overgebleven saus room, kervel en  bieslook toe. Proef en breng het op smaak met peper en zeezout. Giet de saus om de coquilles heen,  Breek de gedroogde ham in stukjes voor bovenop de coquilles.
Schenk de overgebleven champagne in en serveer direct.

Nog niet vrolijk genoeg? Kijk dan naar deze leuke  'happy' filmpjes uit het Midden Oosten